Avontuurlijke karrensporen

Het Vuurplan is klaar en vanaf 1 september ga ik 22 uur aan het werk voor Vuurkracht! Wat een avontuur is het en blijft het . Het was goed om in mei afscheid te nemen van de eerste groep ‘Vuurkrachters’, zoals een jongere de groep noemde. Wat een mooie jongeren en bijzondere resultaten. Inmiddels is er een heel projectplan geschreven genaamd Vuurplan voor de komende anderhalf jaar. In september zal er een nieuwe groep starten, we gaan door en het is spannend.

Het is alsof we met elkaar op reis gaan. Het reisgezelschap ben ik op dit moment aan het samenstellen. Want ik ga niet alleen het avontuur aan. Vuurkracht is een project geworden van meerdere mensen en ik ben dankbaar wat we samen voor jongeren kunnen gaan betekenen. Een avontuur aangaan doet ook van alles bij mijzelf naar boven komen. Ik wil controleren, hard werken, het een succes maken en voordat ik het weet doe ik het alleen en is alles een last geworden. Dat is niet wat ik wil, maar soms doe ik het wel zo, het zijn de vaste gedragspatronen. Diepe karrensporen noemde mijn collega het. Langzaam leer ik eruit te komen en ontwikkelen zich nieuwere gezonde patronen, daarvoor heb ik het nodig stil te staan, te ademen en open te zijn naar anderen.

Drie patronen heb ik in de afgelopen tijd ontdekt. Ik deel het graag met je, misschien herken je er wat in. Misschien zet het je tot nadenken over je eigen karrensporen.

Ik ben gaan sparren met een collega. Dat gaf enorm veel lucht.

Alles zelf dragen

Het eerste patroon merkte ik op dat ik veel druk in mijn nek voelde de afgelopen weken. Wat zit er toch zo op mijn nek? Ondanks dat ik zo hard aan het werk was geweest met het schrijven van het projectplan vloeide de energie weg. Het was alsof ik een hele zware rugzak op mijn rug had. Ik sjouwde het hele project alleen. Ik neem het gewoon op mij. Ik kwam niet op het idee om anderen echt om hulp te vragen. Dit was toch immers mijn project en dan moest ik het ook maar dragen. Het voelde echt niet oké en ik ben daarover gaan sparren met een collega. Dat gaf enorm veel lucht. Het project hebben wij uit elkaar getrokken, verdeelt in blokken. Een blok uitvoering, ontwikkeling van het programma, administratie, markering en communicatie, contact met andere partijen, financiële administratie, fondsenwerving. Bij elk blok heb ik iemand opgeschreven wie daar mogelijk goed in is en die ik wil vragen een taak op te pakken. Ik blijf verantwoordelijk, maar anderen kunnen wel taken oppakken. Eigenlijk was dat helemaal een nieuwe mindset, het klinkt zo simpel, maar ik merk dat ik nu veel meer op samen-werken kom. Niet alles zelf dragen. Wat voor mij een last is dat is voor sommigen een fijne uitdaging. Zo geeft mij het werken met jongeren veel energie en niet alle financiële vragen. Tegelijk erken ik door anderen te vragen dat zij beter zijn in bepaalde taken. Ik ben niet de ‘almachtige’ die alles kan, nee ik heb anderen nodig. Hoe hardnekking ook het kan zijn om alles zelf op mij te nemen.

Met je hoofd al verder op zijn

Het tweede patroon gaf mij ook veel onrust. Ik merkte op bij mijzelf dat er geen rust in mijn hoofd was en als er een moment was dat ik even niets deed dan zocht ik op allerlei manier ‘opvulling’ om maar niet geconfronteerd te worden met mijn onrust. Ik ben bang te falen en ik probeer alles onder controle te houden. Hierdoor ben ik met mijn hoofd al in september en niet meer juli. Herken je dat? Dat je op de fiets ziet en eigenlijk al op de afspraak moest zijn op dat moment. Dat geeft stress en je bent niet meer in het moment. Zo was ik ook al in september. Ik voel stress dat er een groep jongeren moet zijn en dat de financiën rond moeten zijn. Loslaten, dat moet ik echt leren loslaten. Vandaag is vandaag. Ik kan mijzelf helemaal over de kop werken zodat alles in klaar is, maar dan is er wel weer wat anders wat op mijn pad komt. Als ik heel hard ga rennen word ik net een hamster in zo’n radje en die kan niet meer afremmen, die kan alleen maar harder rennen. Totdat het moment komt dat hij eruit vliegt en dan ben je door gedraaid. Het is vandaag de eerste dag van juli, want morgen gaat brengen weet ik niet. Ik weet wel waar ik heen wil, maar niet hoe de reis zal zijn.

 

Overgave in het proces

Het derde patroon gaat over het ontnemen van mijn vreugde. Als ik over de toekomst denk dan weet ik echt niet hoe Vuurkracht zich zal gaan ontwikkelen. Ik moet oppassen dat ik het niet ga hebben over alle beren die er op de weg zijn. Het is fijn om met sommige mensen te praten over de strubbelingen, maar ik moet oppassen dat niet met iedereen te doen. Dan wordt het een moeizame reis en komt er een donkere deken over het project. Als ik er vanuit ga mag gaan dat ik op de goede weg zit, dan mag ik volhouden en mag ik mijzelf overgeven in het proces. Ik mag doen waar ik energie van krijg en goed in ben. Vandaag kreeg ik nog de bemoediging ‘ga door, je bent aan het pionieren’. Fijn is het om even die bemoediging te krijgen. In dit proces mag ik leren lief te zijn voor mijzelf en mag loslaten waar ik geen grip op heb. Ik mag met vreugde stap voor stap gaan.

Elke dag – stap voor stap, positief, samen met anderen

Uiteindelijk gaat het voor mij niet om het project Vuurkracht. Het gaat om liefdevolle betekenis volle relaties met mensen die ik elke dag tegen kom in dit avontuur. Ik mag mijn plek in nemen en goed doen. In contact met mijn manager, de jongeren, de vrijwilligers, mede-professionals en al die andere mensen die ik tegen kom. Uiteindelijk gaat het om het moment en om daar te zijn in liefde voor mijzelf en de ander.

Hoe zit het eigenlijk met jouw patronen, je karrensporen? Kun jij ze herkennen bij jezelf? Mocht je er eens over willen sparren, zoek gerust contact met mij, dan gaan we er eens naar kijken.